Vervoeging van schrijnen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het schrijnt
    • zij schrijnen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het schrijnde
    • zij schrijnden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het heeft geschrijnd
    • zij hebben geschrijnd
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het had geschrijnd
    • zij hadden geschrijnd
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal schrijnen
    • zij zult schrijnen
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal geschrijnd hebben
    • zij zult geschrijnd hebben
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal schrijnen
    • zij zullen schrijnen
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal hebben geschrijnd
    • zij zullen hebben geschrijnd

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van schrijnen