Vervoeging van schroeien
Onbepaalde wijs (infinitief): schroeien
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schroei
- jij schroeit
- hij/zij/het schroeit
- wij schroeien
- jullie schroeien
- zij schroeien
Onvoltooid verleden tijd
- ik schroeide
- jij schroeide
- hij/zij/het schroeide
- wij schroeiden
- jullie schroeiden
- zij schroeiden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geschroeid
- jij hebt geschroeid
- hij/zij/het heeft geschroeid
- wij hebben geschroeid
- jullie hebben geschroeid
- zij hebben geschroeid
Voltooid verleden tijd
- ik had geschroeid
- jij had geschroeid
- hij/zij/het had geschroeid
- wij hadden geschroeid
- jullie hadden geschroeid
- zij hadden geschroeid
Toekomende tijd I
- ik zal schroeien
- jij zult schroeien
- hij/zij/het zal schroeien
- wij zullen schroeien
- jullie zullen schroeien
- zij zullen schroeien
Toekomende tijd II
- ik zal geschroeid hebben
- jij zult geschroeid hebben
- hij/zij/het zal geschroeid hebben
- wij zullen geschroeid hebben
- jullie zullen geschroeid hebben
- zij zullen geschroeid hebben
Conditionalis I
- ik zou schroeien
- jij zou schroeien
- hij/zij/het zou schroeien
- wij zouden schroeien
- jullie zouden schroeien
- zij zouden schroeien
Conditionalis II
- ik zou hebben geschroeid
- jij zou hebben geschroeid
- hij/zij/het zou hebben geschroeid
- wij zouden hebben geschroeid
- jullie zouden hebben geschroeid
- zij zouden hebben geschroeid
Imperatief
- jij schroei
- jullie schroeit