Vervoeging van schutten

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik schut
    • jij schut
    • hij/zij/het schut
    • wij schutten
    • jullie schutten
    • zij schutten
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik schutte
    • jij schutte
    • hij/zij/het schutte
    • wij schutten
    • jullie schutten
    • zij schutten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb geschut
    • jij hebt geschut
    • hij/zij/het heeft geschut
    • wij hebben geschut
    • jullie hebben geschut
    • zij hebben geschut
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had geschut
    • jij had geschut
    • hij/zij/het had geschut
    • wij hadden geschut
    • jullie hadden geschut
    • zij hadden geschut
  • Toekomende tijd I

    • ik zal schutten
    • jij zult schutten
    • hij/zij/het zal schutten
    • wij zullen schutten
    • jullie zullen schutten
    • zij zullen schutten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal geschut hebben
    • jij zult geschut hebben
    • hij/zij/het zal geschut hebben
    • wij zullen geschut hebben
    • jullie zullen geschut hebben
    • zij zullen geschut hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou schutten
    • jij zou schutten
    • hij/zij/het zou schutten
    • wij zouden schutten
    • jullie zouden schutten
    • zij zouden schutten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben geschut
    • jij zou hebben geschut
    • hij/zij/het zou hebben geschut
    • wij zouden hebben geschut
    • jullie zouden hebben geschut
    • zij zouden hebben geschut
  • Imperatief

    • jij schut
    • jullie schut