Vervoeging van shocken
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik shock
- jij shockt
- hij/zij/het shockt
- wij shocken
- jullie shocken
- zij shocken
Onvoltooid verleden tijd
- ik shockte
- jij shockte
- hij/zij/het shockte
- wij shockten
- jullie shockten
- zij shockten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geshockt
- jij hebt geshockt
- hij/zij/het heeft geshockt
- wij hebben geshockt
- jullie hebben geshockt
- zij hebben geshockt
Voltooid verleden tijd
- ik had geshockt
- jij had geshockt
- hij/zij/het had geshockt
- wij hadden geshockt
- jullie hadden geshockt
- zij hadden geshockt
Toekomende tijd I
- ik zal shocken
- jij zult shocken
- hij/zij/het zal shocken
- wij zullen shocken
- jullie zullen shocken
- zij zullen shocken
Toekomende tijd II
- ik zal geshockt hebben
- jij zult geshockt hebben
- hij/zij/het zal geshockt hebben
- wij zullen geshockt hebben
- jullie zullen geshockt hebben
- zij zullen geshockt hebben
Conditionalis I
- ik zou shocken
- jij zou shocken
- hij/zij/het zou shocken
- wij zouden shocken
- jullie zouden shocken
- zij zouden shocken
Conditionalis II
- ik zou hebben geshockt
- jij zou hebben geshockt
- hij/zij/het zou hebben geshockt
- wij zouden hebben geshockt
- jullie zouden hebben geshockt
- zij zouden hebben geshockt
Imperatief
- jij shock
- jullie shockt