Vervoeging van specialiseren

Onbepaalde wijs (infinitief): specialiseren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik specialiseer
    • jij specialiseert
    • hij/zij/het specialiseert
    • wij specialiseren
    • jullie specialiseren
    • zij specialiseren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik specialiseerde
    • jij specialiseerde
    • hij/zij/het specialiseerde
    • wij specialiseerden
    • jullie specialiseerden
    • zij specialiseerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gespecialiseerd
    • jij hebt gespecialiseerd
    • hij/zij/het heeft gespecialiseerd
    • wij hebben gespecialiseerd
    • jullie hebben gespecialiseerd
    • zij hebben gespecialiseerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gespecialiseerd
    • jij had gespecialiseerd
    • hij/zij/het had gespecialiseerd
    • wij hadden gespecialiseerd
    • jullie hadden gespecialiseerd
    • zij hadden gespecialiseerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal specialiseren
    • jij zult specialiseren
    • hij/zij/het zal specialiseren
    • wij zullen specialiseren
    • jullie zullen specialiseren
    • zij zullen specialiseren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gespecialiseerd hebben
    • jij zult gespecialiseerd hebben
    • hij/zij/het zal gespecialiseerd hebben
    • wij zullen gespecialiseerd hebben
    • jullie zullen gespecialiseerd hebben
    • zij zullen gespecialiseerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou specialiseren
    • jij zou specialiseren
    • hij/zij/het zou specialiseren
    • wij zouden specialiseren
    • jullie zouden specialiseren
    • zij zouden specialiseren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gespecialiseerd
    • jij zou hebben gespecialiseerd
    • hij/zij/het zou hebben gespecialiseerd
    • wij zouden hebben gespecialiseerd
    • jullie zouden hebben gespecialiseerd
    • zij zouden hebben gespecialiseerd
  • Imperatief

    • jij specialiseer
    • jullie specialiseert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van specialiseren