Vervoeging van stenigen

Vertaling: to lapidate

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik stenig
  • jij stenigt
  • hij/zij/het stenigt
  • wij stenigen
  • jullie stenigen
  • zij stenigen

Present

  • I lapidate
  • you lapidate
  • he/she/it lapidates
  • we lapidate
  • you lapidate
  • they lapidate

Onvoltooid verleden tijd

  • ik stenigde
  • jij stenigde
  • hij/zij/het stenigde
  • wij stenigden
  • jullie stenigden
  • zij stenigden

Simple past

  • I lapidated
  • you lapidated
  • he/she/it lapidated
  • we lapidated
  • you lapidated
  • they lapidated

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb gestenigd
  • jij hebt gestenigd
  • hij/zij/het heeft gestenigd
  • wij hebben gestenigd
  • jullie hebben gestenigd
  • zij hebben gestenigd

Present perfect

  • I have lapidated
  • you have lapidated
  • he/she/it has lapidated
  • we have lapidated
  • you have lapidated
  • they have lapidated

Voltooid verleden tijd

  • ik had gestenigd
  • jij had gestenigd
  • hij/zij/het had gestenigd
  • wij hadden gestenigd
  • jullie hadden gestenigd
  • zij hadden gestenigd

Past perfect

  • I had lapidated
  • you had lapidated
  • he/she/it had lapidated
  • we had lapidated
  • you had lapidated
  • they had lapidated

Toekomende tijd I

  • ik zal stenigen
  • jij zult stenigen
  • hij/zij/het zal stenigen
  • wij zullen stenigen
  • jullie zullen stenigen
  • zij zullen stenigen

Future

  • I will lapidate
  • you will lapidate
  • he/she/it will lapidate
  • we will lapidate
  • you will lapidate
  • they will lapidate

Toekomende tijd II

  • ik zal gestenigd hebben
  • jij zult gestenigd hebben
  • hij/zij/het zal gestenigd hebben
  • wij zullen gestenigd hebben
  • jullie zullen gestenigd hebben
  • zij zullen gestenigd hebben

Future perfect

  • I will have lapidated
  • you will have lapidated
  • he/she/it will have lapidated
  • we will have lapidated
  • you will have lapidated
  • they will have lapidated

Conditionalis I

  • ik zou stenigen
  • jij zou stenigen
  • hij/zij/het zou stenigen
  • wij zouden stenigen
  • jullie zouden stenigen
  • zij zouden stenigen

Conditional present

  • I would lapidate
  • you would lapidate
  • he/she/it would lapidate
  • we would lapidate
  • you would lapidate
  • they would lapidate

Conditionalis II

  • ik zou hebben gestenigd
  • jij zou hebben gestenigd
  • hij/zij/het zou hebben gestenigd
  • wij zouden hebben gestenigd
  • jullie zouden hebben gestenigd
  • zij zouden hebben gestenigd

Conditional perfect

  • I would have lapidated
  • you would have lapidated
  • he/she/it would have lapidated
  • we would have lapidated
  • you would have lapidated
  • they would have lapidated

Imperatief

  • jij stenig
  • jullie stenigt

Imperative

  • you lapidate
  • you lapidate

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van stenigen