Vervoeging van stilleggen
Onbepaalde wijs (infinitief): stilleggen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het legt stil
- zij leggen stil
Indicativo presente
- él/ella para
- ellos/ellas paran
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het legde stil
- zij legden stil
Indefinido
- él/ella paró
- ellos/ellas pararon
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft stilgelegd
- zij hebben stilgelegd
Pretérito perfecto compuesto
- él/ella ha parado
- ellos/ellas han parado
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had stilgelegd
- zij hadden stilgelegd
Pluscuamperfecto
- él/ella había parado
- ellos/ellas habían parado
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal stilleggen
- zij zult stilleggen
Futuro I
- él/ella parará
- ellos/ellas pararán
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal stilgelegd hebben
- zij zult stilgelegd hebben
Futuro perfecto
- él/ella habrá parado
- ellos/ellas habrán parado
Conditionalis I
- hij/zij/het zal stilleggen
- zij zullen stilleggen
Condicional
- él/ella pararía
- ellos/ellas pararían
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben stilgelegd
- zij zullen hebben stilgelegd
Condicional perfecto
- él/ella habría parado
- ellos/ellas habrían parado