Vervoeging van stinken
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stink
- jij stinkt
- hij/zij/het stinkt
- wij stinken
- jullie stinken
- zij stinken
Onvoltooid verleden tijd
- ik stonk
- jij stonk
- hij/zij/het stonk
- wij stonken
- jullie stonken
- zij stonken
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gestonken
- jij hebt gestonken
- hij/zij/het heeft gestonken
- wij hebben gestonken
- jullie hebben gestonken
- zij hebben gestonken
Voltooid verleden tijd
- ik had gestonken
- jij had gestonken
- hij/zij/het had gestonken
- wij hadden gestonken
- jullie hadden gestonken
- zij hadden gestonken
Toekomende tijd I
- ik zal stinken
- jij zult stinken
- hij/zij/het zal stinken
- wij zullen stinken
- jullie zullen stinken
- zij zullen stinken
Toekomende tijd II
- ik zal gestonken hebben
- jij zult gestonken hebben
- hij/zij/het zal gestonken hebben
- wij zullen gestonken hebben
- jullie zullen gestonken hebben
- zij zullen gestonken hebben
Conditionalis I
- ik zou stinken
- jij zou stinken
- hij/zij/het zou stinken
- wij zouden stinken
- jullie zouden stinken
- zij zouden stinken
Conditionalis II
- ik zou hebben gestonken
- jij zou hebben gestonken
- hij/zij/het zou hebben gestonken
- wij zouden hebben gestonken
- jullie zouden hebben gestonken
- zij zouden hebben gestonken
Imperatief
- jij stink
- jullie stinkt