Vervoeging van televisiekijken
Onbepaalde wijs (infinitief): televisiekijken
Er is helaas geen Engelse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kijk televisie
- jij kijkt televisie
- hij/zij/het kijkt televisie
- wij kijken televisie
- jullie kijken televisie
- zij kijken televisie
Onvoltooid verleden tijd
- ik keek televisie
- jij keek televisie
- hij/zij/het keek televisie
- wij keken televisie
- jullie keken televisie
- zij keken televisie
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb televisiegekeken
- jij hebt televisiegekeken
- hij/zij/het heeft televisiegekeken
- wij hebben televisiegekeken
- jullie hebben televisiegekeken
- zij hebben televisiegekeken
Voltooid verleden tijd
- ik had televisiegekeken
- jij had televisiegekeken
- hij/zij/het had televisiegekeken
- wij hadden televisiegekeken
- jullie hadden televisiegekeken
- zij hadden televisiegekeken
Toekomende tijd I
- ik zal televisiekijken
- jij zult televisiekijken
- hij/zij/het zal televisiekijken
- wij zullen televisiekijken
- jullie zullen televisiekijken
- zij zullen televisiekijken
Toekomende tijd II
- ik zal televisiegekeken hebben
- jij zult televisiegekeken hebben
- hij/zij/het zal televisiegekeken hebben
- wij zullen televisiegekeken hebben
- jullie zullen televisiegekeken hebben
- zij zullen televisiegekeken hebben
Conditionalis I
- ik zou televisiekijken
- jij zou televisiekijken
- hij/zij/het zou televisiekijken
- wij zouden televisiekijken
- jullie zouden televisiekijken
- zij zouden televisiekijken
Conditionalis II
- ik zou hebben televisiegekeken
- jij zou hebben televisiegekeken
- hij/zij/het zou hebben televisiegekeken
- wij zouden hebben televisiegekeken
- jullie zouden hebben televisiegekeken
- zij zouden hebben televisiegekeken
Imperatief
- jij kijk televisie
- jullie kijkt televisie