Vervoeging van tempeesten
Onbepaalde wijs (infinitief): tempeesten
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik tempeest
- jij tempeest
- hij/zij/het tempeest
- wij tempeesten
- jullie tempeesten
- zij tempeesten
Onvoltooid verleden tijd
- ik tempeestte
- jij tempeestte
- hij/zij/het tempeestte
- wij tempeestten
- jullie tempeestten
- zij tempeestten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb getempeest
- jij hebt getempeest
- hij/zij/het heeft getempeest
- wij hebben getempeest
- jullie hebben getempeest
- zij hebben getempeest
Voltooid verleden tijd
- ik had getempeest
- jij had getempeest
- hij/zij/het had getempeest
- wij hadden getempeest
- jullie hadden getempeest
- zij hadden getempeest
Toekomende tijd I
- ik zal tempeesten
- jij zult tempeesten
- hij/zij/het zal tempeesten
- wij zullen tempeesten
- jullie zullen tempeesten
- zij zullen tempeesten
Toekomende tijd II
- ik zal getempeest hebben
- jij zult getempeest hebben
- hij/zij/het zal getempeest hebben
- wij zullen getempeest hebben
- jullie zullen getempeest hebben
- zij zullen getempeest hebben
Conditionalis I
- ik zou tempeesten
- jij zou tempeesten
- hij/zij/het zou tempeesten
- wij zouden tempeesten
- jullie zouden tempeesten
- zij zouden tempeesten
Conditionalis II
- ik zou hebben getempeest
- jij zou hebben getempeest
- hij/zij/het zou hebben getempeest
- wij zouden hebben getempeest
- jullie zouden hebben getempeest
- zij zouden hebben getempeest
Imperatief
- jij tempeest
- jullie tempeest