Vervoeging van tennissen

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik tennis
    • jij tennist
    • hij/zij/het tennist
    • wij tennissen
    • jullie tennissen
    • zij tennissen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik tenniste
    • jij tenniste
    • hij/zij/het tenniste
    • wij tennisten
    • jullie tennisten
    • zij tennisten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb getennist
    • jij hebt getennist
    • hij/zij/het heeft getennist
    • wij hebben getennist
    • jullie hebben getennist
    • zij hebben getennist
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had getennist
    • jij had getennist
    • hij/zij/het had getennist
    • wij hadden getennist
    • jullie hadden getennist
    • zij hadden getennist
  • Toekomende tijd I

    • ik zal tennissen
    • jij zult tennissen
    • hij/zij/het zal tennissen
    • wij zullen tennissen
    • jullie zullen tennissen
    • zij zullen tennissen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal getennist hebben
    • jij zult getennist hebben
    • hij/zij/het zal getennist hebben
    • wij zullen getennist hebben
    • jullie zullen getennist hebben
    • zij zullen getennist hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou tennissen
    • jij zou tennissen
    • hij/zij/het zou tennissen
    • wij zouden tennissen
    • jullie zouden tennissen
    • zij zouden tennissen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben getennist
    • jij zou hebben getennist
    • hij/zij/het zou hebben getennist
    • wij zouden hebben getennist
    • jullie zouden hebben getennist
    • zij zouden hebben getennist
  • Imperatief

    • jij tennis
    • jullie tennist