Vervoeging van ternederliggen
Onbepaalde wijs (infinitief): ternederliggen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik lig terneder
- jij ligt terneder
- hij/zij/het ligt terneder
- wij liggen terneder
- jullie liggen terneder
- zij liggen terneder
Onvoltooid verleden tijd
- ik lag terneder
- jij lag terneder
- hij/zij/het lag terneder
- wij lagen terneder
- jullie lagen terneder
- zij lagen terneder
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ternedergelegen
- jij hebt ternedergelegen
- hij/zij/het heeft ternedergelegen
- wij hebben ternedergelegen
- jullie hebben ternedergelegen
- zij hebben ternedergelegen
Voltooid verleden tijd
- ik had ternedergelegen
- jij had ternedergelegen
- hij/zij/het had ternedergelegen
- wij hadden ternedergelegen
- jullie hadden ternedergelegen
- zij hadden ternedergelegen
Toekomende tijd I
- ik zal ternederliggen
- jij zult ternederliggen
- hij/zij/het zal ternederliggen
- wij zullen ternederliggen
- jullie zullen ternederliggen
- zij zullen ternederliggen
Toekomende tijd II
- ik zal ternedergelegen hebben
- jij zult ternedergelegen hebben
- hij/zij/het zal ternedergelegen hebben
- wij zullen ternedergelegen hebben
- jullie zullen ternedergelegen hebben
- zij zullen ternedergelegen hebben
Conditionalis I
- ik zou ternederliggen
- jij zou ternederliggen
- hij/zij/het zou ternederliggen
- wij zouden ternederliggen
- jullie zouden ternederliggen
- zij zouden ternederliggen
Conditionalis II
- ik zou hebben ternedergelegen
- jij zou hebben ternedergelegen
- hij/zij/het zou hebben ternedergelegen
- wij zouden hebben ternedergelegen
- jullie zouden hebben ternedergelegen
- zij zouden hebben ternedergelegen
Imperatief
- jij lig terneder
- jullie ligt terneder