Vervoeging van terugbezorgen
Onbepaalde wijs (infinitief): terugbezorgen
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bezorg terug
- jij bezorgt terug
- hij/zij/het bezorgt terug
- wij bezorgen terug
- jullie bezorgen terug
- zij bezorgen terug
Presente
- io rinvio
- tu rinvii
- lui/lei/Lei rinvia
- noi rinviamo
- voi/Voi rinviate
- loro/Loro rinviano
Onvoltooid verleden tijd
- ik bezorgde terug
- jij bezorgde terug
- hij/zij/het bezorgde terug
- wij bezorgden terug
- jullie bezorgden terug
- zij bezorgden terug
Imperfetto
- io rinviavo
- tu rinviavi
- lui/lei/Lei rinviava
- noi rinviavamo
- voi/Voi rinviavate
- loro/Loro rinviavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb terugbezorgd
- jij hebt terugbezorgd
- hij/zij/het heeft terugbezorgd
- wij hebben terugbezorgd
- jullie hebben terugbezorgd
- zij hebben terugbezorgd
Passato prossimo
- io ho rinviato
- tu hai rinviato
- lui/lei/Lei ha rinviato
- noi abbiamo rinviato
- voi/Voi avete rinviato
- loro/Loro hanno rinviato
Voltooid verleden tijd
- ik had terugbezorgd
- jij had terugbezorgd
- hij/zij/het had terugbezorgd
- wij hadden terugbezorgd
- jullie hadden terugbezorgd
- zij hadden terugbezorgd
Trapassato prossimo
- io avevo rinviato
- tu avevi rinviato
- lui/lei/Lei aveva rinviato
- noi avevamo rinviato
- voi/Voi avevate rinviato
- loro/Loro avevano rinviato
Toekomende tijd I
- ik zal terugbezorgen
- jij zult terugbezorgen
- hij/zij/het zal terugbezorgen
- wij zullen terugbezorgen
- jullie zullen terugbezorgen
- zij zullen terugbezorgen
Futuro semplice
- io rinvierò
- tu rinvierai
- lui/lei/Lei rinvierà
- noi rinvieremo
- voi/Voi rinvierete
- loro/Loro rinvieranno
Toekomende tijd II
- ik zal terugbezorgd hebben
- jij zult terugbezorgd hebben
- hij/zij/het zal terugbezorgd hebben
- wij zullen terugbezorgd hebben
- jullie zullen terugbezorgd hebben
- zij zullen terugbezorgd hebben
Futuro anteriore
- io avrò rinviato
- tu avrai rinviato
- lui/lei/Lei avrà rinviato
- noi avremo rinviato
- voi/Voi avrete rinviato
- loro/Loro avranno rinviato
Conditionalis I
- ik zou terugbezorgen
- jij zou terugbezorgen
- hij/zij/het zou terugbezorgen
- wij zouden terugbezorgen
- jullie zouden terugbezorgen
- zij zouden terugbezorgen
Condizionale presente
- io rinvierei
- tu rinvieresti
- lui/lei/Lei rinvierebbe
- noi rinvieremmo
- voi/Voi rinviereste
- loro/Loro rinvierebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben terugbezorgd
- jij zou hebben terugbezorgd
- hij/zij/het zou hebben terugbezorgd
- wij zouden hebben terugbezorgd
- jullie zouden hebben terugbezorgd
- zij zouden hebben terugbezorgd
Condizionale passato
- io avrei rinviato
- tu avresti rinviato
- lui/lei/Lei avrebbe rinviato
- noi avremmo rinviato
- voi/Voi avreste rinviato
- loro/Loro avrebbero rinviato
Imperatief
- jij bezorg terug
- jullie bezorgt terug
Imperativo
- tu rinvia
- voi/Voi rinviate