Vervoeging van tijdrekken

Onbepaalde wijs (infinitief): tijdrekken

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik rek tijd
    • jij rekt tijd
    • hij/zij/het rekt tijd
    • wij rekken tijd
    • jullie rekken tijd
    • zij rekken tijd
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik rekte tijd
    • jij rekte tijd
    • hij/zij/het rekte tijd
    • wij rekten tijd
    • jullie rekten tijd
    • zij rekten tijd
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb tijdgerekt
    • jij hebt tijdgerekt
    • hij/zij/het heeft tijdgerekt
    • wij hebben tijdgerekt
    • jullie hebben tijdgerekt
    • zij hebben tijdgerekt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had tijdgerekt
    • jij had tijdgerekt
    • hij/zij/het had tijdgerekt
    • wij hadden tijdgerekt
    • jullie hadden tijdgerekt
    • zij hadden tijdgerekt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal tijdrekken
    • jij zult tijdrekken
    • hij/zij/het zal tijdrekken
    • wij zullen tijdrekken
    • jullie zullen tijdrekken
    • zij zullen tijdrekken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal tijdgerekt hebben
    • jij zult tijdgerekt hebben
    • hij/zij/het zal tijdgerekt hebben
    • wij zullen tijdgerekt hebben
    • jullie zullen tijdgerekt hebben
    • zij zullen tijdgerekt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou tijdrekken
    • jij zou tijdrekken
    • hij/zij/het zou tijdrekken
    • wij zouden tijdrekken
    • jullie zouden tijdrekken
    • zij zouden tijdrekken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben tijdgerekt
    • jij zou hebben tijdgerekt
    • hij/zij/het zou hebben tijdgerekt
    • wij zouden hebben tijdgerekt
    • jullie zouden hebben tijdgerekt
    • zij zouden hebben tijdgerekt
  • Imperatief

    • jij rek tijd
    • jullie rekt tijd