Vervoeging van tiranniseren

Onbepaalde wijs (infinitief): tiranniseren

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik tiranniseer
    • jij tiranniseert
    • hij/zij/het tiranniseert
    • wij tiranniseren
    • jullie tiranniseren
    • zij tiranniseren
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik tiranniseerde
    • jij tiranniseerde
    • hij/zij/het tiranniseerde
    • wij tiranniseerden
    • jullie tiranniseerden
    • zij tiranniseerden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb getiranniseerd
    • jij hebt getiranniseerd
    • hij/zij/het heeft getiranniseerd
    • wij hebben getiranniseerd
    • jullie hebben getiranniseerd
    • zij hebben getiranniseerd
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had getiranniseerd
    • jij had getiranniseerd
    • hij/zij/het had getiranniseerd
    • wij hadden getiranniseerd
    • jullie hadden getiranniseerd
    • zij hadden getiranniseerd
  • Toekomende tijd I

    • ik zal tiranniseren
    • jij zult tiranniseren
    • hij/zij/het zal tiranniseren
    • wij zullen tiranniseren
    • jullie zullen tiranniseren
    • zij zullen tiranniseren
  • Toekomende tijd II

    • ik zal getiranniseerd hebben
    • jij zult getiranniseerd hebben
    • hij/zij/het zal getiranniseerd hebben
    • wij zullen getiranniseerd hebben
    • jullie zullen getiranniseerd hebben
    • zij zullen getiranniseerd hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou tiranniseren
    • jij zou tiranniseren
    • hij/zij/het zou tiranniseren
    • wij zouden tiranniseren
    • jullie zouden tiranniseren
    • zij zouden tiranniseren
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben getiranniseerd
    • jij zou hebben getiranniseerd
    • hij/zij/het zou hebben getiranniseerd
    • wij zouden hebben getiranniseerd
    • jullie zouden hebben getiranniseerd
    • zij zouden hebben getiranniseerd
  • Imperatief

    • jij tiranniseer
    • jullie tiranniseert

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van tiranniseren