Vervoeging van tiranniseren

Onbepaalde wijs (infinitief): tiranniseren

Nederlands

Engels

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik tiranniseer
  • jij tiranniseert
  • hij/zij/het tiranniseert
  • wij tiranniseren
  • jullie tiranniseren
  • zij tiranniseren

Present

  • I tyrannize
  • you tyrannize
  • he/she/it tyrannizes
  • we tyrannize
  • you tyrannize
  • they tyrannize

Onvoltooid verleden tijd

  • ik tiranniseerde
  • jij tiranniseerde
  • hij/zij/het tiranniseerde
  • wij tiranniseerden
  • jullie tiranniseerden
  • zij tiranniseerden

Simple past

  • I tyrannized
  • you tyrannized
  • he/she/it tyrannized
  • we tyrannized
  • you tyrannized
  • they tyrannized

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb getiranniseerd
  • jij hebt getiranniseerd
  • hij/zij/het heeft getiranniseerd
  • wij hebben getiranniseerd
  • jullie hebben getiranniseerd
  • zij hebben getiranniseerd

Present perfect

  • I have tyrannized
  • you have tyrannized
  • he/she/it has tyrannized
  • we have tyrannized
  • you have tyrannized
  • they have tyrannized

Voltooid verleden tijd

  • ik had getiranniseerd
  • jij had getiranniseerd
  • hij/zij/het had getiranniseerd
  • wij hadden getiranniseerd
  • jullie hadden getiranniseerd
  • zij hadden getiranniseerd

Past perfect

  • I had tyrannized
  • you had tyrannized
  • he/she/it had tyrannized
  • we had tyrannized
  • you had tyrannized
  • they had tyrannized

Toekomende tijd I

  • ik zal tiranniseren
  • jij zult tiranniseren
  • hij/zij/het zal tiranniseren
  • wij zullen tiranniseren
  • jullie zullen tiranniseren
  • zij zullen tiranniseren

Future

  • I will tyrannize
  • you will tyrannize
  • he/she/it will tyrannize
  • we will tyrannize
  • you will tyrannize
  • they will tyrannize

Toekomende tijd II

  • ik zal getiranniseerd hebben
  • jij zult getiranniseerd hebben
  • hij/zij/het zal getiranniseerd hebben
  • wij zullen getiranniseerd hebben
  • jullie zullen getiranniseerd hebben
  • zij zullen getiranniseerd hebben

Future perfect

  • I will have tyrannized
  • you will have tyrannized
  • he/she/it will have tyrannized
  • we will have tyrannized
  • you will have tyrannized
  • they will have tyrannized

Conditionalis I

  • ik zou tiranniseren
  • jij zou tiranniseren
  • hij/zij/het zou tiranniseren
  • wij zouden tiranniseren
  • jullie zouden tiranniseren
  • zij zouden tiranniseren

Conditional present

  • I would tyrannize
  • you would tyrannize
  • he/she/it would tyrannize
  • we would tyrannize
  • you would tyrannize
  • they would tyrannize

Conditionalis II

  • ik zou hebben getiranniseerd
  • jij zou hebben getiranniseerd
  • hij/zij/het zou hebben getiranniseerd
  • wij zouden hebben getiranniseerd
  • jullie zouden hebben getiranniseerd
  • zij zouden hebben getiranniseerd

Conditional perfect

  • I would have tyrannized
  • you would have tyrannized
  • he/she/it would have tyrannized
  • we would have tyrannized
  • you would have tyrannized
  • they would have tyrannized

Imperatief

  • jij tiranniseer
  • jullie tiranniseert

Imperative

  • you tyrannize
  • you tyrannize

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van tiranniseren