Vervoeging van toebrullen

Onbepaalde wijs (infinitief): toebrullen

Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik brul toe
    • jij brult toe
    • hij/zij/het brult toe
    • wij brullen toe
    • jullie brullen toe
    • zij brullen toe
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik brulde toe
    • jij brulde toe
    • hij/zij/het brulde toe
    • wij brulden toe
    • jullie brulden toe
    • zij brulden toe
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb toegebruld
    • jij hebt toegebruld
    • hij/zij/het heeft toegebruld
    • wij hebben toegebruld
    • jullie hebben toegebruld
    • zij hebben toegebruld
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had toegebruld
    • jij had toegebruld
    • hij/zij/het had toegebruld
    • wij hadden toegebruld
    • jullie hadden toegebruld
    • zij hadden toegebruld
  • Toekomende tijd I

    • ik zal toebrullen
    • jij zult toebrullen
    • hij/zij/het zal toebrullen
    • wij zullen toebrullen
    • jullie zullen toebrullen
    • zij zullen toebrullen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal toegebruld hebben
    • jij zult toegebruld hebben
    • hij/zij/het zal toegebruld hebben
    • wij zullen toegebruld hebben
    • jullie zullen toegebruld hebben
    • zij zullen toegebruld hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou toebrullen
    • jij zou toebrullen
    • hij/zij/het zou toebrullen
    • wij zouden toebrullen
    • jullie zouden toebrullen
    • zij zouden toebrullen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben toegebruld
    • jij zou hebben toegebruld
    • hij/zij/het zou hebben toegebruld
    • wij zouden hebben toegebruld
    • jullie zouden hebben toegebruld
    • zij zouden hebben toegebruld
  • Imperatief

    • jij brul toe
    • jullie brult toe

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van toebrullen