Vervoeging van toereiken

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik reik toe
    • jij reikt toe
    • hij/zij/het reikt toe
    • wij reiken toe
    • jullie reiken toe
    • zij reiken toe
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik reikte toe
    • jij reikte toe
    • hij/zij/het reikte toe
    • wij reikten toe
    • jullie reikten toe
    • zij reikten toe
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb toegereikt
    • jij hebt toegereikt
    • hij/zij/het heeft toegereikt
    • wij hebben toegereikt
    • jullie hebben toegereikt
    • zij hebben toegereikt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had toegereikt
    • jij had toegereikt
    • hij/zij/het had toegereikt
    • wij hadden toegereikt
    • jullie hadden toegereikt
    • zij hadden toegereikt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal toereiken
    • jij zult toereiken
    • hij/zij/het zal toereiken
    • wij zullen toereiken
    • jullie zullen toereiken
    • zij zullen toereiken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal toegereikt hebben
    • jij zult toegereikt hebben
    • hij/zij/het zal toegereikt hebben
    • wij zullen toegereikt hebben
    • jullie zullen toegereikt hebben
    • zij zullen toegereikt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou toereiken
    • jij zou toereiken
    • hij/zij/het zou toereiken
    • wij zouden toereiken
    • jullie zouden toereiken
    • zij zouden toereiken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben toegereikt
    • jij zou hebben toegereikt
    • hij/zij/het zou hebben toegereikt
    • wij zouden hebben toegereikt
    • jullie zouden hebben toegereikt
    • zij zouden hebben toegereikt
  • Imperatief

    • jij reik toe
    • jullie reikt toe

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van toereiken