Vervoeging van toeschreeuwen
Onbepaalde wijs (infinitief): toeschreeuwen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik schreeuw toe
- jij schreeuwt toe
- hij/zij/het schreeuwt toe
- wij schreeuwen toe
- jullie schreeuwen toe
- zij schreeuwen toe
Onvoltooid verleden tijd
- ik schreeuwde toe
- jij schreeuwde toe
- hij/zij/het schreeuwde toe
- wij schreeuwden toe
- jullie schreeuwden toe
- zij schreeuwden toe
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb toegeschreeuwd
- jij hebt toegeschreeuwd
- hij/zij/het heeft toegeschreeuwd
- wij hebben toegeschreeuwd
- jullie hebben toegeschreeuwd
- zij hebben toegeschreeuwd
Voltooid verleden tijd
- ik had toegeschreeuwd
- jij had toegeschreeuwd
- hij/zij/het had toegeschreeuwd
- wij hadden toegeschreeuwd
- jullie hadden toegeschreeuwd
- zij hadden toegeschreeuwd
Toekomende tijd I
- ik zal toeschreeuwen
- jij zult toeschreeuwen
- hij/zij/het zal toeschreeuwen
- wij zullen toeschreeuwen
- jullie zullen toeschreeuwen
- zij zullen toeschreeuwen
Toekomende tijd II
- ik zal toegeschreeuwd hebben
- jij zult toegeschreeuwd hebben
- hij/zij/het zal toegeschreeuwd hebben
- wij zullen toegeschreeuwd hebben
- jullie zullen toegeschreeuwd hebben
- zij zullen toegeschreeuwd hebben
Conditionalis I
- ik zou toeschreeuwen
- jij zou toeschreeuwen
- hij/zij/het zou toeschreeuwen
- wij zouden toeschreeuwen
- jullie zouden toeschreeuwen
- zij zouden toeschreeuwen
Conditionalis II
- ik zou hebben toegeschreeuwd
- jij zou hebben toegeschreeuwd
- hij/zij/het zou hebben toegeschreeuwd
- wij zouden hebben toegeschreeuwd
- jullie zouden hebben toegeschreeuwd
- zij zouden hebben toegeschreeuwd
Imperatief
- jij schreeuw toe
- jullie schreeuwt toe