Vervoeging van triktrakken
Onbepaalde wijs (infinitief): triktrakken
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik triktrak
- jij triktrakt
- hij/zij/het triktrakt
- wij triktrakken
- jullie triktrakken
- zij triktrakken
Onvoltooid verleden tijd
- ik triktrakte
- jij triktrakte
- hij/zij/het triktrakte
- wij triktrakten
- jullie triktrakten
- zij triktrakten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb getriktrakt
- jij hebt getriktrakt
- hij/zij/het heeft getriktrakt
- wij hebben getriktrakt
- jullie hebben getriktrakt
- zij hebben getriktrakt
Voltooid verleden tijd
- ik had getriktrakt
- jij had getriktrakt
- hij/zij/het had getriktrakt
- wij hadden getriktrakt
- jullie hadden getriktrakt
- zij hadden getriktrakt
Toekomende tijd I
- ik zal triktrakken
- jij zult triktrakken
- hij/zij/het zal triktrakken
- wij zullen triktrakken
- jullie zullen triktrakken
- zij zullen triktrakken
Toekomende tijd II
- ik zal getriktrakt hebben
- jij zult getriktrakt hebben
- hij/zij/het zal getriktrakt hebben
- wij zullen getriktrakt hebben
- jullie zullen getriktrakt hebben
- zij zullen getriktrakt hebben
Conditionalis I
- ik zou triktrakken
- jij zou triktrakken
- hij/zij/het zou triktrakken
- wij zouden triktrakken
- jullie zouden triktrakken
- zij zouden triktrakken
Conditionalis II
- ik zou hebben getriktrakt
- jij zou hebben getriktrakt
- hij/zij/het zou hebben getriktrakt
- wij zouden hebben getriktrakt
- jullie zouden hebben getriktrakt
- zij zouden hebben getriktrakt
Imperatief
- jij triktrak
- jullie triktrakt