Vervoeging van uitcijferen
Onbepaalde wijs (infinitief): uitcijferen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik cijfer uit
- jij cijfert uit
- hij/zij/het cijfert uit
- wij cijferen uit
- jullie cijferen uit
- zij cijferen uit
Present
- I analyse
- you analyse
- he/she/it analyses
- we analyse
- you analyse
- they analyse
Onvoltooid verleden tijd
- ik cijferde uit
- jij cijferde uit
- hij/zij/het cijferde uit
- wij cijferden uit
- jullie cijferden uit
- zij cijferden uit
Simple past
- I analysed
- you analysed
- he/she/it analysed
- we analysed
- you analysed
- they analysed
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb uitgecijferd
- jij hebt uitgecijferd
- hij/zij/het heeft uitgecijferd
- wij hebben uitgecijferd
- jullie hebben uitgecijferd
- zij hebben uitgecijferd
Present perfect
- I have analysed
- you have analysed
- he/she/it has analysed
- we have analysed
- you have analysed
- they have analysed
Voltooid verleden tijd
- ik had uitgecijferd
- jij had uitgecijferd
- hij/zij/het had uitgecijferd
- wij hadden uitgecijferd
- jullie hadden uitgecijferd
- zij hadden uitgecijferd
Past perfect
- I had analysed
- you had analysed
- he/she/it had analysed
- we had analysed
- you had analysed
- they had analysed
Toekomende tijd I
- ik zal uitcijferen
- jij zult uitcijferen
- hij/zij/het zal uitcijferen
- wij zullen uitcijferen
- jullie zullen uitcijferen
- zij zullen uitcijferen
Future
- I will analyse
- you will analyse
- he/she/it will analyse
- we will analyse
- you will analyse
- they will analyse
Toekomende tijd II
- ik zal uitgecijferd hebben
- jij zult uitgecijferd hebben
- hij/zij/het zal uitgecijferd hebben
- wij zullen uitgecijferd hebben
- jullie zullen uitgecijferd hebben
- zij zullen uitgecijferd hebben
Future perfect
- I will have analysed
- you will have analysed
- he/she/it will have analysed
- we will have analysed
- you will have analysed
- they will have analysed
Conditionalis I
- ik zou uitcijferen
- jij zou uitcijferen
- hij/zij/het zou uitcijferen
- wij zouden uitcijferen
- jullie zouden uitcijferen
- zij zouden uitcijferen
Conditional present
- I would analyse
- you would analyse
- he/she/it would analyse
- we would analyse
- you would analyse
- they would analyse
Conditionalis II
- ik zou hebben uitgecijferd
- jij zou hebben uitgecijferd
- hij/zij/het zou hebben uitgecijferd
- wij zouden hebben uitgecijferd
- jullie zouden hebben uitgecijferd
- zij zouden hebben uitgecijferd
Conditional perfect
- I would have analysed
- you would have analysed
- he/she/it would have analysed
- we would have analysed
- you would have analysed
- they would have analysed
Imperatief
- jij cijfer uit
- jullie cijfert uit
Imperative
- you analyse
- you analyse