Vervoeging van uitkijken
Onbepaalde wijs (infinitief): uitkijken
Nederlands
Italiaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kijk uit
- jij kijkt uit
- hij/zij/het kijkt uit
- wij kijken uit
- jullie kijken uit
- zij kijken uit
Presente
- io cerco
- tu cerchi
- lui/lei/Lei cerca
- noi cerchiamo
- voi/Voi cercate
- loro/Loro cercano
Onvoltooid verleden tijd
- ik keek uit
- jij keek uit
- hij/zij/het keek uit
- wij keken uit
- jullie keken uit
- zij keken uit
Imperfetto
- io cercavo
- tu cercavi
- lui/lei/Lei cercava
- noi cercavamo
- voi/Voi cercavate
- loro/Loro cercavano
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb uitgekeken
- jij hebt uitgekeken
- hij/zij/het heeft uitgekeken
- wij hebben uitgekeken
- jullie hebben uitgekeken
- zij hebben uitgekeken
Passato prossimo
- io ho cercato
- tu hai cercato
- lui/lei/Lei ha cercato
- noi abbiamo cercato
- voi/Voi avete cercato
- loro/Loro hanno cercato
Voltooid verleden tijd
- ik had uitgekeken
- jij had uitgekeken
- hij/zij/het had uitgekeken
- wij hadden uitgekeken
- jullie hadden uitgekeken
- zij hadden uitgekeken
Trapassato prossimo
- io avevo cercato
- tu avevi cercato
- lui/lei/Lei aveva cercato
- noi avevamo cercato
- voi/Voi avevate cercato
- loro/Loro avevano cercato
Toekomende tijd I
- ik zal uitkijken
- jij zult uitkijken
- hij/zij/het zal uitkijken
- wij zullen uitkijken
- jullie zullen uitkijken
- zij zullen uitkijken
Futuro semplice
- io cercherò
- tu cercherai
- lui/lei/Lei cercherà
- noi cercheremo
- voi/Voi cercherete
- loro/Loro cercheranno
Toekomende tijd II
- ik zal uitgekeken hebben
- jij zult uitgekeken hebben
- hij/zij/het zal uitgekeken hebben
- wij zullen uitgekeken hebben
- jullie zullen uitgekeken hebben
- zij zullen uitgekeken hebben
Futuro anteriore
- io avrò cercato
- tu avrai cercato
- lui/lei/Lei avrà cercato
- noi avremo cercato
- voi/Voi avrete cercato
- loro/Loro avranno cercato
Conditionalis I
- ik zou uitkijken
- jij zou uitkijken
- hij/zij/het zou uitkijken
- wij zouden uitkijken
- jullie zouden uitkijken
- zij zouden uitkijken
Condizionale presente
- io cercherei
- tu cercheresti
- lui/lei/Lei cercherebbe
- noi cercheremmo
- voi/Voi cerchereste
- loro/Loro cercherebbero
Conditionalis II
- ik zou hebben uitgekeken
- jij zou hebben uitgekeken
- hij/zij/het zou hebben uitgekeken
- wij zouden hebben uitgekeken
- jullie zouden hebben uitgekeken
- zij zouden hebben uitgekeken
Condizionale passato
- io avrei cercato
- tu avresti cercato
- lui/lei/Lei avrebbe cercato
- noi avremmo cercato
- voi/Voi avreste cercato
- loro/Loro avrebbero cercato
Imperatief
- jij kijk uit
- jullie kijkt uit
Imperativo
- tu cerca
- voi/Voi cercate