Vervoeging van uitrennen
Onbepaalde wijs (infinitief): uitrennen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ren uit
- jij rent uit
- hij/zij/het rent uit
- wij rennen uit
- jullie rennen uit
- zij rennen uit
Onvoltooid verleden tijd
- ik rende uit
- jij rende uit
- hij/zij/het rende uit
- wij renden uit
- jullie renden uit
- zij renden uit
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben uitgerend
- jij bent uitgerend
- hij/zij/het is uitgerend
- wij zijn uitgerend
- jullie zijn uitgerend
- zij zijn uitgerend
Voltooid verleden tijd
- ik was uitgerend
- jij was uitgerend
- hij/zij/het was uitgerend
- wij waren uitgerend
- jullie waren uitgerend
- zij waren uitgerend
Toekomende tijd I
- ik zal uitrennen
- jij zult uitrennen
- hij/zij/het zal uitrennen
- wij zullen uitrennen
- jullie zullen uitrennen
- zij zullen uitrennen
Toekomende tijd II
- ik zal uitgerend zijn
- jij zult uitgerend zijn
- hij/zij/het zal uitgerend zijn
- wij zullen uitgerend zijn
- jullie zullen uitgerend zijn
- zij zullen uitgerend zijn
Conditionalis I
- ik zou uitrennen
- jij zou uitrennen
- hij/zij/het zou uitrennen
- wij zouden uitrennen
- jullie zouden uitrennen
- zij zouden uitrennen
Conditionalis II
- ik zou zijn uitgerend
- jij zou zijn uitgerend
- hij/zij/het zou zijn uitgerend
- wij zouden zijn uitgerend
- jullie zouden zijn uitgerend
- zij zouden zijn uitgerend
Imperatief
- jij ren uit
- jullie rent uit