Vervoeging van uitrotten
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het rot uit
- zij rotten uit
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het rotte uit
- zij rotten uit
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is uitgerot
- zij zijn uitgerot
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was uitgerot
- zij waren uitgerot
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal uitrotten
- zij zult uitrotten
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal uitgerot zijn
- zij zult uitgerot zijn
Conditionalis I
- hij/zij/het zal uitrotten
- zij zullen uitrotten
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn uitgerot
- zij zullen zijn uitgerot