Vervoeging van uitspuiten
Onbepaalde wijs (infinitief): uitspuiten
Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het spuit uit
- zij spuiten uit
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het spoot uit
- zij spoten uit
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft uitgespoten
- zij hebben uitgespoten
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had uitgespoten
- zij hadden uitgespoten
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal uitspuiten
- zij zult uitspuiten
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal uitgespoten hebben
- zij zult uitgespoten hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal uitspuiten
- zij zullen uitspuiten
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben uitgespoten
- zij zullen hebben uitgespoten