Vervoeging van uitwoeden
Onbepaalde wijs (infinitief): uitwoeden
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het woedt uit
- zij woeden uit
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het woedde uit
- zij woedden uit
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft uitgewoed
- zij hebben uitgewoed
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had uitgewoed
- zij hadden uitgewoed
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal uitwoeden
- zij zult uitwoeden
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal uitgewoed hebben
- zij zult uitgewoed hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal uitwoeden
- zij zullen uitwoeden
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben uitgewoed
- zij zullen hebben uitgewoed