Vervoeging van uitzuigen
Onbepaalde wijs (infinitief): uitzuigen
Er is helaas geen Franse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik zuig uit
- jij zuigt uit
- hij/zij/het zuigt uit
- wij zuigen uit
- jullie zuigen uit
- zij zuigen uit
Onvoltooid verleden tijd
- ik zoog uit
- jij zoog uit
- hij/zij/het zoog uit
- wij zogen uit
- jullie zogen uit
- zij zogen uit
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb uitgezogen
- jij hebt uitgezogen
- hij/zij/het heeft uitgezogen
- wij hebben uitgezogen
- jullie hebben uitgezogen
- zij hebben uitgezogen
Voltooid verleden tijd
- ik had uitgezogen
- jij had uitgezogen
- hij/zij/het had uitgezogen
- wij hadden uitgezogen
- jullie hadden uitgezogen
- zij hadden uitgezogen
Toekomende tijd I
- ik zal uitzuigen
- jij zult uitzuigen
- hij/zij/het zal uitzuigen
- wij zullen uitzuigen
- jullie zullen uitzuigen
- zij zullen uitzuigen
Toekomende tijd II
- ik zal uitgezogen hebben
- jij zult uitgezogen hebben
- hij/zij/het zal uitgezogen hebben
- wij zullen uitgezogen hebben
- jullie zullen uitgezogen hebben
- zij zullen uitgezogen hebben
Conditionalis I
- ik zou uitzuigen
- jij zou uitzuigen
- hij/zij/het zou uitzuigen
- wij zouden uitzuigen
- jullie zouden uitzuigen
- zij zouden uitzuigen
Conditionalis II
- ik zou hebben uitgezogen
- jij zou hebben uitgezogen
- hij/zij/het zou hebben uitgezogen
- wij zouden hebben uitgezogen
- jullie zouden hebben uitgezogen
- zij zouden hebben uitgezogen
Imperatief
- jij zuig uit
- jullie zuigt uit