Vervoeging van verderven
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verderf
- jij verderft
- hij/zij/het verderft
- wij verderven
- jullie verderven
- zij verderven
Onvoltooid verleden tijd
- ik verdierf
- jij verdierf
- hij/zij/het verdierf
- wij verdierven
- jullie verdierven
- zij verdierven
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verdorven
- jij hebt verdorven
- hij/zij/het heeft verdorven
- wij hebben verdorven
- jullie hebben verdorven
- zij hebben verdorven
Voltooid verleden tijd
- ik had verdorven
- jij had verdorven
- hij/zij/het had verdorven
- wij hadden verdorven
- jullie hadden verdorven
- zij hadden verdorven
Toekomende tijd I
- ik zal verderven
- jij zult verderven
- hij/zij/het zal verderven
- wij zullen verderven
- jullie zullen verderven
- zij zullen verderven
Toekomende tijd II
- ik zal verdorven hebben
- jij zult verdorven hebben
- hij/zij/het zal verdorven hebben
- wij zullen verdorven hebben
- jullie zullen verdorven hebben
- zij zullen verdorven hebben
Conditionalis I
- ik zou verderven
- jij zou verderven
- hij/zij/het zou verderven
- wij zouden verderven
- jullie zouden verderven
- zij zouden verderven
Conditionalis II
- ik zou hebben verdorven
- jij zou hebben verdorven
- hij/zij/het zou hebben verdorven
- wij zouden hebben verdorven
- jullie zouden hebben verdorven
- zij zouden hebben verdorven
Imperatief
- jij verderf
- jullie verderft