Vervoeging van verdolen
Onbepaalde wijs (infinitief): verdolen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verdool
- jij verdoolt
- hij/zij/het verdoolt
- wij verdolen
- jullie verdolen
- zij verdolen
Onvoltooid verleden tijd
- ik verdoolde
- jij verdoolde
- hij/zij/het verdoolde
- wij verdoolden
- jullie verdoolden
- zij verdoolden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben verdoold
- jij bent verdoold
- hij/zij/het is verdoold
- wij zijn verdoold
- jullie zijn verdoold
- zij zijn verdoold
Voltooid verleden tijd
- ik was verdoold
- jij was verdoold
- hij/zij/het was verdoold
- wij waren verdoold
- jullie waren verdoold
- zij waren verdoold
Toekomende tijd I
- ik zal verdolen
- jij zult verdolen
- hij/zij/het zal verdolen
- wij zullen verdolen
- jullie zullen verdolen
- zij zullen verdolen
Toekomende tijd II
- ik zal verdoold zijn
- jij zult verdoold zijn
- hij/zij/het zal verdoold zijn
- wij zullen verdoold zijn
- jullie zullen verdoold zijn
- zij zullen verdoold zijn
Conditionalis I
- ik zou verdolen
- jij zou verdolen
- hij/zij/het zou verdolen
- wij zouden verdolen
- jullie zouden verdolen
- zij zouden verdolen
Conditionalis II
- ik zou zijn verdoold
- jij zou zijn verdoold
- hij/zij/het zou zijn verdoold
- wij zouden zijn verdoold
- jullie zouden zijn verdoold
- zij zouden zijn verdoold
Imperatief
- jij verdool
- jullie verdoolt