Vervoeging van verduizendvoudigen
Onbepaalde wijs (infinitief): verduizendvoudigen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verduizendvoudig
- jij verduizendvoudigt
- hij/zij/het verduizendvoudigt
- wij verduizendvoudigen
- jullie verduizendvoudigen
- zij verduizendvoudigen
Present
- I enlarge
- you enlarge
- he/she/it enlarges
- we enlarge
- you enlarge
- they enlarge
Onvoltooid verleden tijd
- ik verduizendvoudigde
- jij verduizendvoudigde
- hij/zij/het verduizendvoudigde
- wij verduizendvoudigden
- jullie verduizendvoudigden
- zij verduizendvoudigden
Simple past
- I enlarged
- you enlarged
- he/she/it enlarged
- we enlarged
- you enlarged
- they enlarged
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verduizendvoudigd
- jij hebt verduizendvoudigd
- hij/zij/het heeft verduizendvoudigd
- wij hebben verduizendvoudigd
- jullie hebben verduizendvoudigd
- zij hebben verduizendvoudigd
Present perfect
- I have enlarged
- you have enlarged
- he/she/it has enlarged
- we have enlarged
- you have enlarged
- they have enlarged
Voltooid verleden tijd
- ik had verduizendvoudigd
- jij had verduizendvoudigd
- hij/zij/het had verduizendvoudigd
- wij hadden verduizendvoudigd
- jullie hadden verduizendvoudigd
- zij hadden verduizendvoudigd
Past perfect
- I had enlarged
- you had enlarged
- he/she/it had enlarged
- we had enlarged
- you had enlarged
- they had enlarged
Toekomende tijd I
- ik zal verduizendvoudigen
- jij zult verduizendvoudigen
- hij/zij/het zal verduizendvoudigen
- wij zullen verduizendvoudigen
- jullie zullen verduizendvoudigen
- zij zullen verduizendvoudigen
Future
- I will enlarge
- you will enlarge
- he/she/it will enlarge
- we will enlarge
- you will enlarge
- they will enlarge
Toekomende tijd II
- ik zal verduizendvoudigd hebben
- jij zult verduizendvoudigd hebben
- hij/zij/het zal verduizendvoudigd hebben
- wij zullen verduizendvoudigd hebben
- jullie zullen verduizendvoudigd hebben
- zij zullen verduizendvoudigd hebben
Future perfect
- I will have enlarged
- you will have enlarged
- he/she/it will have enlarged
- we will have enlarged
- you will have enlarged
- they will have enlarged
Conditionalis I
- ik zou verduizendvoudigen
- jij zou verduizendvoudigen
- hij/zij/het zou verduizendvoudigen
- wij zouden verduizendvoudigen
- jullie zouden verduizendvoudigen
- zij zouden verduizendvoudigen
Conditional present
- I would enlarge
- you would enlarge
- he/she/it would enlarge
- we would enlarge
- you would enlarge
- they would enlarge
Conditionalis II
- ik zou hebben verduizendvoudigd
- jij zou hebben verduizendvoudigd
- hij/zij/het zou hebben verduizendvoudigd
- wij zouden hebben verduizendvoudigd
- jullie zouden hebben verduizendvoudigd
- zij zouden hebben verduizendvoudigd
Conditional perfect
- I would have enlarged
- you would have enlarged
- he/she/it would have enlarged
- we would have enlarged
- you would have enlarged
- they would have enlarged
Imperatief
- jij verduizendvoudig
- jullie verduizendvoudigt
Imperative
- you enlarge
- you enlarge