Vervoeging van verfoeien

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik verfoei
    • jij verfoeit
    • hij/zij/het verfoeit
    • wij verfoeien
    • jullie verfoeien
    • zij verfoeien
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik verfoeide
    • jij verfoeide
    • hij/zij/het verfoeide
    • wij verfoeiden
    • jullie verfoeiden
    • zij verfoeiden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb verfoeid
    • jij hebt verfoeid
    • hij/zij/het heeft verfoeid
    • wij hebben verfoeid
    • jullie hebben verfoeid
    • zij hebben verfoeid
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had verfoeid
    • jij had verfoeid
    • hij/zij/het had verfoeid
    • wij hadden verfoeid
    • jullie hadden verfoeid
    • zij hadden verfoeid
  • Toekomende tijd I

    • ik zal verfoeien
    • jij zult verfoeien
    • hij/zij/het zal verfoeien
    • wij zullen verfoeien
    • jullie zullen verfoeien
    • zij zullen verfoeien
  • Toekomende tijd II

    • ik zal verfoeid hebben
    • jij zult verfoeid hebben
    • hij/zij/het zal verfoeid hebben
    • wij zullen verfoeid hebben
    • jullie zullen verfoeid hebben
    • zij zullen verfoeid hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou verfoeien
    • jij zou verfoeien
    • hij/zij/het zou verfoeien
    • wij zouden verfoeien
    • jullie zouden verfoeien
    • zij zouden verfoeien
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben verfoeid
    • jij zou hebben verfoeid
    • hij/zij/het zou hebben verfoeid
    • wij zouden hebben verfoeid
    • jullie zouden hebben verfoeid
    • zij zouden hebben verfoeid
  • Imperatief

    • jij verfoei
    • jullie verfoeit

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van verfoeien