Vervoeging van verleren
Onbepaalde wijs (infinitief): verleren
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verleer
- jij verleert
- hij/zij/het verleert
- wij verleren
- jullie verleren
- zij verleren
Indicativo presente
- yo olvido
- tú olvidas
- él/ella olvida
- nosotros olvidamos
- vosotros olvidáis
- ellos/ellas olvidan
Onvoltooid verleden tijd
- ik verleerde
- jij verleerde
- hij/zij/het verleerde
- wij verleerden
- jullie verleerden
- zij verleerden
Indefinido
- yo olvidé
- tú olvidaste
- él/ella olvidó
- nosotros olvidamos
- vosotros olvidasteis
- ellos/ellas olvidaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verleerd
- jij hebt verleerd
- hij/zij/het heeft verleerd
- wij hebben verleerd
- jullie hebben verleerd
- zij hebben verleerd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he olvidado
- tú has olvidado
- él/ella ha olvidado
- nosotros hemos olvidado
- vosotros habéis olvidado
- ellos/ellas han olvidado
Voltooid verleden tijd
- ik had verleerd
- jij had verleerd
- hij/zij/het had verleerd
- wij hadden verleerd
- jullie hadden verleerd
- zij hadden verleerd
Pluscuamperfecto
- yo había olvidado
- tú habías olvidado
- él/ella había olvidado
- nosotros habíamos olvidado
- vosotros habíais olvidado
- ellos/ellas habían olvidado
Toekomende tijd I
- ik zal verleren
- jij zult verleren
- hij/zij/het zal verleren
- wij zullen verleren
- jullie zullen verleren
- zij zullen verleren
Futuro I
- yo olvidaré
- tú olvidarás
- él/ella olvidará
- nosotros olvidaremos
- vosotros olvidaréis
- ellos/ellas olvidarán
Toekomende tijd II
- ik zal verleerd hebben
- jij zult verleerd hebben
- hij/zij/het zal verleerd hebben
- wij zullen verleerd hebben
- jullie zullen verleerd hebben
- zij zullen verleerd hebben
Futuro perfecto
- yo habré olvidado
- tú habrás olvidado
- él/ella habrá olvidado
- nosotros habremos olvidado
- vosotros habréis olvidado
- ellos/ellas habrán olvidado
Conditionalis I
- ik zou verleren
- jij zou verleren
- hij/zij/het zou verleren
- wij zouden verleren
- jullie zouden verleren
- zij zouden verleren
Condicional
- yo olvidaría
- tú olvidarías
- él/ella olvidaría
- nosotros olvidaríamos
- vosotros olvidaríais
- ellos/ellas olvidarían
Conditionalis II
- ik zou hebben verleerd
- jij zou hebben verleerd
- hij/zij/het zou hebben verleerd
- wij zouden hebben verleerd
- jullie zouden hebben verleerd
- zij zouden hebben verleerd
Condicional perfecto
- yo habría olvidado
- tú habrías olvidado
- él/ella habría olvidado
- nosotros habríamos olvidado
- vosotros habríais olvidado
- ellos/ellas habrían olvidado
Imperatief
- jij verleer
- jullie verleert
Imperativo presente
- tú olvida
- vosotros olvidad