Vervoeging van verorberen

Onbepaalde wijs (infinitief): verorberen

Vertaling: consumir

Nederlands

Spaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verorber
  • jij verorbert
  • hij/zij/het verorbert
  • wij verorberen
  • jullie verorberen
  • zij verorberen

Indicativo presente

  • yo consumo
  • consumes
  • él/ella consume
  • nosotros consumimos
  • vosotros consumís
  • ellos/ellas consumen

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verorberde
  • jij verorberde
  • hij/zij/het verorberde
  • wij verorberden
  • jullie verorberden
  • zij verorberden

Indefinido

  • yo consumí
  • consumiste
  • él/ella consumió
  • nosotros consumimos
  • vosotros consumisteis
  • ellos/ellas consumieron

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb verorberd
  • jij hebt verorberd
  • hij/zij/het heeft verorberd
  • wij hebben verorberd
  • jullie hebben verorberd
  • zij hebben verorberd

Pretérito perfecto compuesto

  • yo he consumido
  • has consumido
  • él/ella ha consumido
  • nosotros hemos consumido
  • vosotros habéis consumido
  • ellos/ellas han consumido

Voltooid verleden tijd

  • ik had verorberd
  • jij had verorberd
  • hij/zij/het had verorberd
  • wij hadden verorberd
  • jullie hadden verorberd
  • zij hadden verorberd

Pluscuamperfecto

  • yo había consumido
  • habías consumido
  • él/ella había consumido
  • nosotros habíamos consumido
  • vosotros habíais consumido
  • ellos/ellas habían consumido

Toekomende tijd I

  • ik zal verorberen
  • jij zult verorberen
  • hij/zij/het zal verorberen
  • wij zullen verorberen
  • jullie zullen verorberen
  • zij zullen verorberen

Futuro I

  • yo consumiré
  • consumirás
  • él/ella consumirá
  • nosotros consumiremos
  • vosotros consumiréis
  • ellos/ellas consumirán

Toekomende tijd II

  • ik zal verorberd hebben
  • jij zult verorberd hebben
  • hij/zij/het zal verorberd hebben
  • wij zullen verorberd hebben
  • jullie zullen verorberd hebben
  • zij zullen verorberd hebben

Futuro perfecto

  • yo habré consumido
  • habrás consumido
  • él/ella habrá consumido
  • nosotros habremos consumido
  • vosotros habréis consumido
  • ellos/ellas habrán consumido

Conditionalis I

  • ik zou verorberen
  • jij zou verorberen
  • hij/zij/het zou verorberen
  • wij zouden verorberen
  • jullie zouden verorberen
  • zij zouden verorberen

Condicional

  • yo consumiría
  • consumirías
  • él/ella consumiría
  • nosotros consumiríamos
  • vosotros consumiríais
  • ellos/ellas consumirían

Conditionalis II

  • ik zou hebben verorberd
  • jij zou hebben verorberd
  • hij/zij/het zou hebben verorberd
  • wij zouden hebben verorberd
  • jullie zouden hebben verorberd
  • zij zouden hebben verorberd

Condicional perfecto

  • yo habría consumido
  • habrías consumido
  • él/ella habría consumido
  • nosotros habríamos consumido
  • vosotros habríais consumido
  • ellos/ellas habrían consumido

Imperatief

  • jij verorber
  • jullie verorbert

Imperativo presente

  • consume
  • vosotros consumid

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van verorberen