Vervoeging van verplegen
Onbepaalde wijs (infinitief): verplegen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verpleeg
- jij verpleegt
- hij/zij/het verpleegt
- wij verplegen
- jullie verplegen
- zij verplegen
Indicativo presente
- yo cuido
- tú cuidas
- él/ella cuida
- nosotros cuidamos
- vosotros cuidáis
- ellos/ellas cuidan
Onvoltooid verleden tijd
- ik verpleegde
- jij verpleegde
- hij/zij/het verpleegde
- wij verpleegden
- jullie verpleegden
- zij verpleegden
Indefinido
- yo cuidé
- tú cuidaste
- él/ella cuidó
- nosotros cuidamos
- vosotros cuidasteis
- ellos/ellas cuidaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verpleegd
- jij hebt verpleegd
- hij/zij/het heeft verpleegd
- wij hebben verpleegd
- jullie hebben verpleegd
- zij hebben verpleegd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he cuidado
- tú has cuidado
- él/ella ha cuidado
- nosotros hemos cuidado
- vosotros habéis cuidado
- ellos/ellas han cuidado
Voltooid verleden tijd
- ik had verpleegd
- jij had verpleegd
- hij/zij/het had verpleegd
- wij hadden verpleegd
- jullie hadden verpleegd
- zij hadden verpleegd
Pluscuamperfecto
- yo había cuidado
- tú habías cuidado
- él/ella había cuidado
- nosotros habíamos cuidado
- vosotros habíais cuidado
- ellos/ellas habían cuidado
Toekomende tijd I
- ik zal verplegen
- jij zult verplegen
- hij/zij/het zal verplegen
- wij zullen verplegen
- jullie zullen verplegen
- zij zullen verplegen
Futuro I
- yo cuidaré
- tú cuidarás
- él/ella cuidará
- nosotros cuidaremos
- vosotros cuidaréis
- ellos/ellas cuidarán
Toekomende tijd II
- ik zal verpleegd hebben
- jij zult verpleegd hebben
- hij/zij/het zal verpleegd hebben
- wij zullen verpleegd hebben
- jullie zullen verpleegd hebben
- zij zullen verpleegd hebben
Futuro perfecto
- yo habré cuidado
- tú habrás cuidado
- él/ella habrá cuidado
- nosotros habremos cuidado
- vosotros habréis cuidado
- ellos/ellas habrán cuidado
Conditionalis I
- ik zou verplegen
- jij zou verplegen
- hij/zij/het zou verplegen
- wij zouden verplegen
- jullie zouden verplegen
- zij zouden verplegen
Condicional
- yo cuidaría
- tú cuidarías
- él/ella cuidaría
- nosotros cuidaríamos
- vosotros cuidaríais
- ellos/ellas cuidarían
Conditionalis II
- ik zou hebben verpleegd
- jij zou hebben verpleegd
- hij/zij/het zou hebben verpleegd
- wij zouden hebben verpleegd
- jullie zouden hebben verpleegd
- zij zouden hebben verpleegd
Condicional perfecto
- yo habría cuidado
- tú habrías cuidado
- él/ella habría cuidado
- nosotros habríamos cuidado
- vosotros habríais cuidado
- ellos/ellas habrían cuidado
Imperatief
- jij verpleeg
- jullie verpleegt
Imperativo presente
- tú cuida
- vosotros cuidad