Vervoeging van versuffen

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik versuf
    • jij versuft
    • hij/zij/het versuft
    • wij versuffen
    • jullie versuffen
    • zij versuffen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik versufte
    • jij versufte
    • hij/zij/het versufte
    • wij versuften
    • jullie versuften
    • zij versuften
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb versuft
    • jij hebt versuft
    • hij/zij/het heeft versuft
    • wij hebben versuft
    • jullie hebben versuft
    • zij hebben versuft
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had versuft
    • jij had versuft
    • hij/zij/het had versuft
    • wij hadden versuft
    • jullie hadden versuft
    • zij hadden versuft
  • Toekomende tijd I

    • ik zal versuffen
    • jij zult versuffen
    • hij/zij/het zal versuffen
    • wij zullen versuffen
    • jullie zullen versuffen
    • zij zullen versuffen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal versuft hebben
    • jij zult versuft hebben
    • hij/zij/het zal versuft hebben
    • wij zullen versuft hebben
    • jullie zullen versuft hebben
    • zij zullen versuft hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou versuffen
    • jij zou versuffen
    • hij/zij/het zou versuffen
    • wij zouden versuffen
    • jullie zouden versuffen
    • zij zouden versuffen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben versuft
    • jij zou hebben versuft
    • hij/zij/het zou hebben versuft
    • wij zouden hebben versuft
    • jullie zouden hebben versuft
    • zij zouden hebben versuft
  • Imperatief

    • jij versuf
    • jullie versuft

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van versuffen