Vervoeging van vertalen
Onbepaalde wijs (infinitief): vertalen
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vertaal
- jij vertaalt
- hij/zij/het vertaalt
- wij vertalen
- jullie vertalen
- zij vertalen
Present
- I translate
- you translate
- he/she/it translates
- we translate
- you translate
- they translate
Onvoltooid verleden tijd
- ik vertaalde
- jij vertaalde
- hij/zij/het vertaalde
- wij vertaalden
- jullie vertaalden
- zij vertaalden
Simple past
- I translated
- you translated
- he/she/it translated
- we translated
- you translated
- they translated
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vertaald
- jij hebt vertaald
- hij/zij/het heeft vertaald
- wij hebben vertaald
- jullie hebben vertaald
- zij hebben vertaald
Present perfect
- I have translated
- you have translated
- he/she/it has translated
- we have translated
- you have translated
- they have translated
Voltooid verleden tijd
- ik had vertaald
- jij had vertaald
- hij/zij/het had vertaald
- wij hadden vertaald
- jullie hadden vertaald
- zij hadden vertaald
Past perfect
- I had translated
- you had translated
- he/she/it had translated
- we had translated
- you had translated
- they had translated
Toekomende tijd I
- ik zal vertalen
- jij zult vertalen
- hij/zij/het zal vertalen
- wij zullen vertalen
- jullie zullen vertalen
- zij zullen vertalen
Future
- I will translate
- you will translate
- he/she/it will translate
- we will translate
- you will translate
- they will translate
Toekomende tijd II
- ik zal vertaald hebben
- jij zult vertaald hebben
- hij/zij/het zal vertaald hebben
- wij zullen vertaald hebben
- jullie zullen vertaald hebben
- zij zullen vertaald hebben
Future perfect
- I will have translated
- you will have translated
- he/she/it will have translated
- we will have translated
- you will have translated
- they will have translated
Conditionalis I
- ik zou vertalen
- jij zou vertalen
- hij/zij/het zou vertalen
- wij zouden vertalen
- jullie zouden vertalen
- zij zouden vertalen
Conditional present
- I would translate
- you would translate
- he/she/it would translate
- we would translate
- you would translate
- they would translate
Conditionalis II
- ik zou hebben vertaald
- jij zou hebben vertaald
- hij/zij/het zou hebben vertaald
- wij zouden hebben vertaald
- jullie zouden hebben vertaald
- zij zouden hebben vertaald
Conditional perfect
- I would have translated
- you would have translated
- he/she/it would have translated
- we would have translated
- you would have translated
- they would have translated
Imperatief
- jij vertaal
- jullie vertaalt
Imperative
- you translate
- you translate