Vervoeging van vertegenwoordigen
Onbepaalde wijs (infinitief): vertegenwoordigen
Nederlands
Frans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vertegenwoordig
- jij vertegenwoordigt
- hij/zij/het vertegenwoordigt
- wij vertegenwoordigen
- jullie vertegenwoordigen
- zij vertegenwoordigen
Présent
- je représente
- tu représentes
- il/elle représente
- nous représentons
- vous représentez
- ils/elles représentent
Onvoltooid verleden tijd
- ik vertegenwoordigde
- jij vertegenwoordigde
- hij/zij/het vertegenwoordigde
- wij vertegenwoordigden
- jullie vertegenwoordigden
- zij vertegenwoordigden
Indicatif imparfait
- je représentais
- tu représentais
- il/elle représentait
- nous représentions
- vous représentiez
- ils/elles représentaient
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vertegenwoordigd
- jij hebt vertegenwoordigd
- hij/zij/het heeft vertegenwoordigd
- wij hebben vertegenwoordigd
- jullie hebben vertegenwoordigd
- zij hebben vertegenwoordigd
Indicatif passé composé
- j'ai représenté
- tu as représenté
- il/elle a représenté
- nous avons représenté
- vous avez représenté
- ils/elles ont représenté
Voltooid verleden tijd
- ik had vertegenwoordigd
- jij had vertegenwoordigd
- hij/zij/het had vertegenwoordigd
- wij hadden vertegenwoordigd
- jullie hadden vertegenwoordigd
- zij hadden vertegenwoordigd
Indicatif plus-que-parfait
- j'avais représenté
- tu avais représenté
- il/elle avait représenté
- nous avions représenté
- vous aviez représenté
- ils/elles avaient représenté
Toekomende tijd I
- ik zal vertegenwoordigen
- jij zult vertegenwoordigen
- hij/zij/het zal vertegenwoordigen
- wij zullen vertegenwoordigen
- jullie zullen vertegenwoordigen
- zij zullen vertegenwoordigen
Indicatif futur
- je représenterai
- tu représenteras
- il/elle représentera
- nous représenterons
- vous représenterez
- ils/elles représenteront
Toekomende tijd II
- ik zal vertegenwoordigd hebben
- jij zult vertegenwoordigd hebben
- hij/zij/het zal vertegenwoordigd hebben
- wij zullen vertegenwoordigd hebben
- jullie zullen vertegenwoordigd hebben
- zij zullen vertegenwoordigd hebben
Indicatif futur antérieur
- j'aurai représenté
- tu auras représenté
- il/elle aura représenté
- nous aurons représenté
- vous aurez représenté
- ils/elles auront représenté
Conditionalis I
- ik zou vertegenwoordigen
- jij zou vertegenwoordigen
- hij/zij/het zou vertegenwoordigen
- wij zouden vertegenwoordigen
- jullie zouden vertegenwoordigen
- zij zouden vertegenwoordigen
Conditionnel présent
- je représenterais
- tu représenterais
- il/elle représenterait
- nous représenterions
- vous représenteriez
- ils/elles représenteraient
Conditionalis II
- ik zou hebben vertegenwoordigd
- jij zou hebben vertegenwoordigd
- hij/zij/het zou hebben vertegenwoordigd
- wij zouden hebben vertegenwoordigd
- jullie zouden hebben vertegenwoordigd
- zij zouden hebben vertegenwoordigd
Conditionnel passé (1ère forme)
- j'aurais représenté
- tu aurais représenté
- il/elle aurait représenté
- nous aurions représenté
- vous auriez représenté
- ils/elles auraient représenté
Imperatief
- jij vertegenwoordig
- jullie vertegenwoordigt
Impératif
- tu représente
- vous représentez