Vervoeging van vervagen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het vervaagt
- zij vervagen
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het vervaagde
- zij vervaagden
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is vervaagd
- zij zijn vervaagd
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was vervaagd
- zij waren vervaagd
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal vervagen
- zij zult vervagen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal vervaagd zijn
- zij zult vervaagd zijn
Conditionalis I
- hij/zij/het zal vervagen
- zij zullen vervagen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn vervaagd
- zij zullen zijn vervaagd