Vervoeging van vervlakken

Onbepaalde wijs (infinitief): vervlakken

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het vervlakt
    • zij vervlakken
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het vervlakte
    • zij vervlakten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is vervlakt
    • zij zijn vervlakt
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was vervlakt
    • zij waren vervlakt
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal vervlakken
    • zij zult vervlakken
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal vervlakt zijn
    • zij zult vervlakt zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal vervlakken
    • zij zullen vervlakken
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn vervlakt
    • zij zullen zijn vervlakt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van vervlakken