Vervoeging van vervlakken
Onbepaalde wijs (infinitief): vervlakken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het vervlakt
- zij vervlakken
Present
- he/she/it evanesces
- they evanesce
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het vervlakte
- zij vervlakten
Simple past
- he/she/it evanesced
- they evanesced
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is vervlakt
- zij zijn vervlakt
Present perfect
- he/she/it has evanesced
- they have evanesced
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was vervlakt
- zij waren vervlakt
Past perfect
- he/she/it had evanesced
- they had evanesced
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal vervlakken
- zij zult vervlakken
Future
- he/she/it will evanesce
- they will evanesce
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal vervlakt zijn
- zij zult vervlakt zijn
Future perfect
- he/she/it will have evanesced
- they will have evanesced
Conditionalis I
- hij/zij/het zal vervlakken
- zij zullen vervlakken
Conditional present
- he/she/it would evanesce
- they would evanesce
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn vervlakt
- zij zullen zijn vervlakt
Conditional perfect
- he/she/it would have evanesced
- they would have evanesced