Vervoeging van vervloeien

Onbepaalde wijs (infinitief): vervloeien

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het vervloeit
    • zij vervloeien
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het vervloeide
    • zij vervloeiden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is vervloeid
    • zij zijn vervloeid
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was vervloeid
    • zij waren vervloeid
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal vervloeien
    • zij zult vervloeien
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal vervloeid zijn
    • zij zult vervloeid zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal vervloeien
    • zij zullen vervloeien
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn vervloeid
    • zij zullen zijn vervloeid

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van vervloeien