Vervoeging van vervolgen
Onbepaalde wijs (infinitief): vervolgen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vervolg
- jij vervolgt
- hij/zij/het vervolgt
- wij vervolgen
- jullie vervolgen
- zij vervolgen
Indicativo presente
- yo importuno
- tú importunas
- él/ella importuna
- nosotros importunamos
- vosotros importunáis
- ellos/ellas importunan
Onvoltooid verleden tijd
- ik vervolgde
- jij vervolgde
- hij/zij/het vervolgde
- wij vervolgden
- jullie vervolgden
- zij vervolgden
Indefinido
- yo importuné
- tú importunaste
- él/ella importunó
- nosotros importunamos
- vosotros importunasteis
- ellos/ellas importunaron
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vervolgd
- jij hebt vervolgd
- hij/zij/het heeft vervolgd
- wij hebben vervolgd
- jullie hebben vervolgd
- zij hebben vervolgd
Pretérito perfecto compuesto
- yo he importunado
- tú has importunado
- él/ella ha importunado
- nosotros hemos importunado
- vosotros habéis importunado
- ellos/ellas han importunado
Voltooid verleden tijd
- ik had vervolgd
- jij had vervolgd
- hij/zij/het had vervolgd
- wij hadden vervolgd
- jullie hadden vervolgd
- zij hadden vervolgd
Pluscuamperfecto
- yo había importunado
- tú habías importunado
- él/ella había importunado
- nosotros habíamos importunado
- vosotros habíais importunado
- ellos/ellas habían importunado
Toekomende tijd I
- ik zal vervolgen
- jij zult vervolgen
- hij/zij/het zal vervolgen
- wij zullen vervolgen
- jullie zullen vervolgen
- zij zullen vervolgen
Futuro I
- yo importunaré
- tú importunarás
- él/ella importunará
- nosotros importunaremos
- vosotros importunaréis
- ellos/ellas importunarán
Toekomende tijd II
- ik zal vervolgd hebben
- jij zult vervolgd hebben
- hij/zij/het zal vervolgd hebben
- wij zullen vervolgd hebben
- jullie zullen vervolgd hebben
- zij zullen vervolgd hebben
Futuro perfecto
- yo habré importunado
- tú habrás importunado
- él/ella habrá importunado
- nosotros habremos importunado
- vosotros habréis importunado
- ellos/ellas habrán importunado
Conditionalis I
- ik zou vervolgen
- jij zou vervolgen
- hij/zij/het zou vervolgen
- wij zouden vervolgen
- jullie zouden vervolgen
- zij zouden vervolgen
Condicional
- yo importunaría
- tú importunarías
- él/ella importunaría
- nosotros importunaríamos
- vosotros importunaríais
- ellos/ellas importunarían
Conditionalis II
- ik zou hebben vervolgd
- jij zou hebben vervolgd
- hij/zij/het zou hebben vervolgd
- wij zouden hebben vervolgd
- jullie zouden hebben vervolgd
- zij zouden hebben vervolgd
Condicional perfecto
- yo habría importunado
- tú habrías importunado
- él/ella habría importunado
- nosotros habríamos importunado
- vosotros habríais importunado
- ellos/ellas habrían importunado
Imperatief
- jij vervolg
- jullie vervolgt
Imperativo presente
- tú importuna
- vosotros importunad