Vervoeging van vetten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vet
- jij vet
- hij/zij/het vet
- wij vetten
- jullie vetten
- zij vetten
Onvoltooid verleden tijd
- ik vette
- jij vette
- hij/zij/het vette
- wij vetten
- jullie vetten
- zij vetten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vet
- jij hebt vet
- hij/zij/het heeft vet
- wij hebben vet
- jullie hebben vet
- zij hebben vet
Voltooid verleden tijd
- ik had vet
- jij had vet
- hij/zij/het had vet
- wij hadden vet
- jullie hadden vet
- zij hadden vet
Toekomende tijd I
- ik zal vetten
- jij zult vetten
- hij/zij/het zal vetten
- wij zullen vetten
- jullie zullen vetten
- zij zullen vetten
Toekomende tijd II
- ik zal vet hebben
- jij zult vet hebben
- hij/zij/het zal vet hebben
- wij zullen vet hebben
- jullie zullen vet hebben
- zij zullen vet hebben
Conditionalis I
- ik zou vetten
- jij zou vetten
- hij/zij/het zou vetten
- wij zouden vetten
- jullie zouden vetten
- zij zouden vetten
Conditionalis II
- ik zou hebben vet
- jij zou hebben vet
- hij/zij/het zou hebben vet
- wij zouden hebben vet
- jullie zouden hebben vet
- zij zouden hebben vet
Imperatief
- jij vet
- jullie vet