Vervoeging van voelen
Nederlands
Spaans
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik voel
- jij voelt
- hij/zij/het voelt
- wij voelen
- jullie voelen
- zij voelen
Indicativo presente
- yo palpo
- tú palpas
- él/ella palpa
- nosotros palpamos
- vosotros palpáis
- ellos/ellas palpan
Onvoltooid verleden tijd
- ik voelde
- jij voelde
- hij/zij/het voelde
- wij voelden
- jullie voelden
- zij voelden
Indefinido
- yo palpé
- tú palpaste
- él/ella palpó
- nosotros palpamos
- vosotros palpasteis
- ellos/ellas palparon
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gevoeld
- jij hebt gevoeld
- hij/zij/het heeft gevoeld
- wij hebben gevoeld
- jullie hebben gevoeld
- zij hebben gevoeld
Pretérito perfecto compuesto
- yo he palpado
- tú has palpado
- él/ella ha palpado
- nosotros hemos palpado
- vosotros habéis palpado
- ellos/ellas han palpado
Voltooid verleden tijd
- ik had gevoeld
- jij had gevoeld
- hij/zij/het had gevoeld
- wij hadden gevoeld
- jullie hadden gevoeld
- zij hadden gevoeld
Pluscuamperfecto
- yo había palpado
- tú habías palpado
- él/ella había palpado
- nosotros habíamos palpado
- vosotros habíais palpado
- ellos/ellas habían palpado
Toekomende tijd I
- ik zal voelen
- jij zult voelen
- hij/zij/het zal voelen
- wij zullen voelen
- jullie zullen voelen
- zij zullen voelen
Futuro I
- yo palparé
- tú palparás
- él/ella palpará
- nosotros palparemos
- vosotros palparéis
- ellos/ellas palparán
Toekomende tijd II
- ik zal gevoeld hebben
- jij zult gevoeld hebben
- hij/zij/het zal gevoeld hebben
- wij zullen gevoeld hebben
- jullie zullen gevoeld hebben
- zij zullen gevoeld hebben
Futuro perfecto
- yo habré palpado
- tú habrás palpado
- él/ella habrá palpado
- nosotros habremos palpado
- vosotros habréis palpado
- ellos/ellas habrán palpado
Conditionalis I
- ik zou voelen
- jij zou voelen
- hij/zij/het zou voelen
- wij zouden voelen
- jullie zouden voelen
- zij zouden voelen
Condicional
- yo palparía
- tú palparías
- él/ella palparía
- nosotros palparíamos
- vosotros palparíais
- ellos/ellas palparían
Conditionalis II
- ik zou hebben gevoeld
- jij zou hebben gevoeld
- hij/zij/het zou hebben gevoeld
- wij zouden hebben gevoeld
- jullie zouden hebben gevoeld
- zij zouden hebben gevoeld
Condicional perfecto
- yo habría palpado
- tú habrías palpado
- él/ella habría palpado
- nosotros habríamos palpado
- vosotros habríais palpado
- ellos/ellas habrían palpado
Imperatief
- jij voel
- jullie voelt
Imperativo presente
- tú palpa
- vosotros palpad