Vervoeging van volhangen
Onbepaalde wijs (infinitief): volhangen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik hang vol
- jij hangt vol
- hij/zij/het hangt vol
- wij hangen vol
- jullie hangen vol
- zij hangen vol
Onvoltooid verleden tijd
- ik hing vol
- jij hing vol
- hij/zij/het hing vol
- wij hingen vol
- jullie hingen vol
- zij hingen vol
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb volgehangen
- jij hebt volgehangen
- hij/zij/het heeft volgehangen
- wij hebben volgehangen
- jullie hebben volgehangen
- zij hebben volgehangen
Voltooid verleden tijd
- ik had volgehangen
- jij had volgehangen
- hij/zij/het had volgehangen
- wij hadden volgehangen
- jullie hadden volgehangen
- zij hadden volgehangen
Toekomende tijd I
- ik zal volhangen
- jij zult volhangen
- hij/zij/het zal volhangen
- wij zullen volhangen
- jullie zullen volhangen
- zij zullen volhangen
Toekomende tijd II
- ik zal volgehangen hebben
- jij zult volgehangen hebben
- hij/zij/het zal volgehangen hebben
- wij zullen volgehangen hebben
- jullie zullen volgehangen hebben
- zij zullen volgehangen hebben
Conditionalis I
- ik zou volhangen
- jij zou volhangen
- hij/zij/het zou volhangen
- wij zouden volhangen
- jullie zouden volhangen
- zij zouden volhangen
Conditionalis II
- ik zou hebben volgehangen
- jij zou hebben volgehangen
- hij/zij/het zou hebben volgehangen
- wij zouden hebben volgehangen
- jullie zouden hebben volgehangen
- zij zouden hebben volgehangen
Imperatief
- jij hang vol
- jullie hangt vol