Vervoeging van volstaan
Onbepaalde wijs (infinitief): volstaan
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik volsta
- jij volstaat
- hij/zij/het volstaat
- wij volstaan
- jullie volstaan
- zij volstaan
Present
- I gratify
- you gratify
- he/she/it gratifies
- we gratify
- you gratify
- they gratify
Onvoltooid verleden tijd
- ik volstond
- jij volstond
- hij/zij/het volstond
- wij volstonden
- jullie volstonden
- zij volstonden
Simple past
- I gratified
- you gratified
- he/she/it gratified
- we gratified
- you gratified
- they gratified
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb volstaan
- jij hebt volstaan
- hij/zij/het heeft volstaan
- wij hebben volstaan
- jullie hebben volstaan
- zij hebben volstaan
Present perfect
- I have gratified
- you have gratified
- he/she/it has gratified
- we have gratified
- you have gratified
- they have gratified
Voltooid verleden tijd
- ik had volstaan
- jij had volstaan
- hij/zij/het had volstaan
- wij hadden volstaan
- jullie hadden volstaan
- zij hadden volstaan
Past perfect
- I had gratified
- you had gratified
- he/she/it had gratified
- we had gratified
- you had gratified
- they had gratified
Toekomende tijd I
- ik zal volstaan
- jij zult volstaan
- hij/zij/het zal volstaan
- wij zullen volstaan
- jullie zullen volstaan
- zij zullen volstaan
Future
- I will gratify
- you will gratify
- he/she/it will gratify
- we will gratify
- you will gratify
- they will gratify
Toekomende tijd II
- ik zal volstaan hebben
- jij zult volstaan hebben
- hij/zij/het zal volstaan hebben
- wij zullen volstaan hebben
- jullie zullen volstaan hebben
- zij zullen volstaan hebben
Future perfect
- I will have gratified
- you will have gratified
- he/she/it will have gratified
- we will have gratified
- you will have gratified
- they will have gratified
Conditionalis I
- ik zou volstaan
- jij zou volstaan
- hij/zij/het zou volstaan
- wij zouden volstaan
- jullie zouden volstaan
- zij zouden volstaan
Conditional present
- I would gratify
- you would gratify
- he/she/it would gratify
- we would gratify
- you would gratify
- they would gratify
Conditionalis II
- ik zou hebben volstaan
- jij zou hebben volstaan
- hij/zij/het zou hebben volstaan
- wij zouden hebben volstaan
- jullie zouden hebben volstaan
- zij zouden hebben volstaan
Conditional perfect
- I would have gratified
- you would have gratified
- he/she/it would have gratified
- we would have gratified
- you would have gratified
- they would have gratified
Imperatief
- jij volsta
- jullie volstaat
Imperative
- you gratify
- you gratify