Vervoeging van voorkauwen
Onbepaalde wijs (infinitief): voorkauwen
Er is helaas geen Spaanse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik kauw voor
- jij kauwt voor
- hij/zij/het kauwt voor
- wij kauwen voor
- jullie kauwen voor
- zij kauwen voor
Onvoltooid verleden tijd
- ik kauwde voor
- jij kauwde voor
- hij/zij/het kauwde voor
- wij kauwden voor
- jullie kauwden voor
- zij kauwden voor
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb voorgekauwd
- jij hebt voorgekauwd
- hij/zij/het heeft voorgekauwd
- wij hebben voorgekauwd
- jullie hebben voorgekauwd
- zij hebben voorgekauwd
Voltooid verleden tijd
- ik had voorgekauwd
- jij had voorgekauwd
- hij/zij/het had voorgekauwd
- wij hadden voorgekauwd
- jullie hadden voorgekauwd
- zij hadden voorgekauwd
Toekomende tijd I
- ik zal voorkauwen
- jij zult voorkauwen
- hij/zij/het zal voorkauwen
- wij zullen voorkauwen
- jullie zullen voorkauwen
- zij zullen voorkauwen
Toekomende tijd II
- ik zal voorgekauwd hebben
- jij zult voorgekauwd hebben
- hij/zij/het zal voorgekauwd hebben
- wij zullen voorgekauwd hebben
- jullie zullen voorgekauwd hebben
- zij zullen voorgekauwd hebben
Conditionalis I
- ik zou voorkauwen
- jij zou voorkauwen
- hij/zij/het zou voorkauwen
- wij zouden voorkauwen
- jullie zouden voorkauwen
- zij zouden voorkauwen
Conditionalis II
- ik zou hebben voorgekauwd
- jij zou hebben voorgekauwd
- hij/zij/het zou hebben voorgekauwd
- wij zouden hebben voorgekauwd
- jullie zouden hebben voorgekauwd
- zij zouden hebben voorgekauwd
Imperatief
- jij kauw voor
- jullie kauwt voor