Vervoeging van voorsorteren
Onbepaalde wijs (infinitief): voorsorteren
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sorteer voor
- jij sorteert voor
- hij/zij/het sorteert voor
- wij sorteren voor
- jullie sorteren voor
- zij sorteren voor
Onvoltooid verleden tijd
- ik sorteerde voor
- jij sorteerde voor
- hij/zij/het sorteerde voor
- wij sorteerden voor
- jullie sorteerden voor
- zij sorteerden voor
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb voorgesorteerd
- jij hebt voorgesorteerd
- hij/zij/het heeft voorgesorteerd
- wij hebben voorgesorteerd
- jullie hebben voorgesorteerd
- zij hebben voorgesorteerd
Voltooid verleden tijd
- ik had voorgesorteerd
- jij had voorgesorteerd
- hij/zij/het had voorgesorteerd
- wij hadden voorgesorteerd
- jullie hadden voorgesorteerd
- zij hadden voorgesorteerd
Toekomende tijd I
- ik zal voorsorteren
- jij zult voorsorteren
- hij/zij/het zal voorsorteren
- wij zullen voorsorteren
- jullie zullen voorsorteren
- zij zullen voorsorteren
Toekomende tijd II
- ik zal voorgesorteerd hebben
- jij zult voorgesorteerd hebben
- hij/zij/het zal voorgesorteerd hebben
- wij zullen voorgesorteerd hebben
- jullie zullen voorgesorteerd hebben
- zij zullen voorgesorteerd hebben
Conditionalis I
- ik zou voorsorteren
- jij zou voorsorteren
- hij/zij/het zou voorsorteren
- wij zouden voorsorteren
- jullie zouden voorsorteren
- zij zouden voorsorteren
Conditionalis II
- ik zou hebben voorgesorteerd
- jij zou hebben voorgesorteerd
- hij/zij/het zou hebben voorgesorteerd
- wij zouden hebben voorgesorteerd
- jullie zouden hebben voorgesorteerd
- zij zouden hebben voorgesorteerd
Imperatief
- jij sorteer voor
- jullie sorteert voor