Vervoeging van voorstaan

Vertaling: favorire

Nederlands

Italiaans

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik sta voor
  • jij staat voor
  • hij/zij/het staat voor
  • wij staan voor
  • jullie staan voor
  • zij staan voor

Presente

  • io favorisco
  • tu favorisci
  • lui/lei/Lei favorisce
  • noi favoriamo
  • voi/Voi favorite
  • loro/Loro favoriscono

Onvoltooid verleden tijd

  • ik stond voor
  • jij stond voor
  • hij/zij/het stond voor
  • wij stonden voor
  • jullie stonden voor
  • zij stonden voor

Imperfetto

  • io favorivo
  • tu favorivi
  • lui/lei/Lei favoriva
  • noi favorivamo
  • voi/Voi favorivate
  • loro/Loro favorivano

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik heb voorgestaan
  • jij hebt voorgestaan
  • hij/zij/het heeft voorgestaan
  • wij hebben voorgestaan
  • jullie hebben voorgestaan
  • zij hebben voorgestaan

Passato prossimo

  • io ho favorito
  • tu hai favorito
  • lui/lei/Lei ha favorito
  • noi abbiamo favorito
  • voi/Voi avete favorito
  • loro/Loro hanno favorito

Voltooid verleden tijd

  • ik had voorgestaan
  • jij had voorgestaan
  • hij/zij/het had voorgestaan
  • wij hadden voorgestaan
  • jullie hadden voorgestaan
  • zij hadden voorgestaan

Trapassato prossimo

  • io avevo favorito
  • tu avevi favorito
  • lui/lei/Lei aveva favorito
  • noi avevamo favorito
  • voi/Voi avevate favorito
  • loro/Loro avevano favorito

Toekomende tijd I

  • ik zal voorstaan
  • jij zult voorstaan
  • hij/zij/het zal voorstaan
  • wij zullen voorstaan
  • jullie zullen voorstaan
  • zij zullen voorstaan

Futuro semplice

  • io favorirò
  • tu favorirai
  • lui/lei/Lei favorirà
  • noi favoriremo
  • voi/Voi favorirete
  • loro/Loro favoriranno

Toekomende tijd II

  • ik zal voorgestaan hebben
  • jij zult voorgestaan hebben
  • hij/zij/het zal voorgestaan hebben
  • wij zullen voorgestaan hebben
  • jullie zullen voorgestaan hebben
  • zij zullen voorgestaan hebben

Futuro anteriore

  • io avrò favorito
  • tu avrai favorito
  • lui/lei/Lei avrà favorito
  • noi avremo favorito
  • voi/Voi avrete favorito
  • loro/Loro avranno favorito

Conditionalis I

  • ik zou voorstaan
  • jij zou voorstaan
  • hij/zij/het zou voorstaan
  • wij zouden voorstaan
  • jullie zouden voorstaan
  • zij zouden voorstaan

Condizionale presente

  • io favorirei
  • tu favoriresti
  • lui/lei/Lei favorirebbe
  • noi favoriremmo
  • voi/Voi favorireste
  • loro/Loro favorirebbero

Conditionalis II

  • ik zou hebben voorgestaan
  • jij zou hebben voorgestaan
  • hij/zij/het zou hebben voorgestaan
  • wij zouden hebben voorgestaan
  • jullie zouden hebben voorgestaan
  • zij zouden hebben voorgestaan

Condizionale passato

  • io avrei favorito
  • tu avresti favorito
  • lui/lei/Lei avrebbe favorito
  • noi avremmo favorito
  • voi/Voi avreste favorito
  • loro/Loro avrebbero favorito

Imperatief

  • jij sta voor
  • jullie staat voor

Imperativo

  • tu favorisci
  • voi/Voi favorite

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van voorstaan