Vervoeging van voortbewegen
Onbepaalde wijs (infinitief): voortbewegen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik beweeg voort
- jij beweegt voort
- hij/zij/het beweegt voort
- wij bewegen voort
- jullie bewegen voort
- zij bewegen voort
Onvoltooid verleden tijd
- ik bewoog voort
- jij bewoog voort
- hij/zij/het bewoog voort
- wij bewogen voort
- jullie bewogen voort
- zij bewogen voort
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb voortbewogen
- jij hebt voortbewogen
- hij/zij/het heeft voortbewogen
- wij hebben voortbewogen
- jullie hebben voortbewogen
- zij hebben voortbewogen
Voltooid verleden tijd
- ik had voortbewogen
- jij had voortbewogen
- hij/zij/het had voortbewogen
- wij hadden voortbewogen
- jullie hadden voortbewogen
- zij hadden voortbewogen
Toekomende tijd I
- ik zal voortbewegen
- jij zult voortbewegen
- hij/zij/het zal voortbewegen
- wij zullen voortbewegen
- jullie zullen voortbewegen
- zij zullen voortbewegen
Toekomende tijd II
- ik zal voortbewogen hebben
- jij zult voortbewogen hebben
- hij/zij/het zal voortbewogen hebben
- wij zullen voortbewogen hebben
- jullie zullen voortbewogen hebben
- zij zullen voortbewogen hebben
Conditionalis I
- ik zou voortbewegen
- jij zou voortbewegen
- hij/zij/het zou voortbewegen
- wij zouden voortbewegen
- jullie zouden voortbewegen
- zij zouden voortbewegen
Conditionalis II
- ik zou hebben voortbewogen
- jij zou hebben voortbewogen
- hij/zij/het zou hebben voortbewogen
- wij zouden hebben voortbewogen
- jullie zouden hebben voortbewogen
- zij zouden hebben voortbewogen
Imperatief
- jij beweeg voort
- jullie beweegt voort